Geschiedenis

Historie Annerveenschekanaal

De geschiedenis van Annerveenschekanaal uit:

“Noorderbreedte”, auteur Willem Foorthuis:

Alsof het een gekanaliseerde zijarm van de Nijl betreft, ligt het Grevelingkanaal strak in het landschap temidden van de afgetopte zandkoppen en deels gedempte waterlopen. Ogenschijnlijk geeft het quasi onttakelde veenkoloniale systeem op deze foto de indruk dat het om een oninteressante nederzetting gaat. Niets is minder waar. Hier ziet U één van de mooiste veenkoloniale nederzettingen van Drenthe. Een klein dorp met een prachtige geschiedenis, zoals zo vaak in de Veenkoloniën.

De Kielsterachterweg, de provinciale weg aan de oostzijde, ligt pal op de provinciegrens van Groningen en Drenthe. Halverwege de foto buigt de weg naar rechts af, maar de grens loopt rechtdoor naar het noorden. Het kanaal ligt op 20 roeden (=81 meter) ten westen van de Kielsterachterweg, dus op Drents grondgebied. En toch is het een Gronings kanaal. Hier zijn allerlei vreemde dingen aan de hand. Zo zien we rechtsboven de contouren van het Groningse Kiel-Windeweer. De foto laat zien dat de oorspronkelijke ontginningsas anders gepland was dan hij uiteindelijk is uitgevoerd. Het kanaal is niet op Gronings grondgebied gegraven, maar binnen Drentse provinciegrenzen.

Deze situatie is het gevolg van een staaltje topdiplomatie van de Drentse vervener Lambertus Grevijlink, die als bewindvoerder van de Annerveensche Heerencompagnie de grondlegger was van de veenkolonie Annerveenschekanaal. Grevijlink was een product van zijn tijd, geen vervener zoals wij ze zo graag in het stereotiepe beeld zien, geen uitbuiter. Grevijlink was een moderne ondernemer, een pionier, bewust van zijn missie: ontginnen en een nederzetting zo bouwen, dat zij de eeuwen kon trotseren.

De Annerveensche Heerencompagnie is opgericht in 1764. Een aantal Drentse bestuurders en notabelen zag deze onderneming als een goede belegging van hun eigen kapitaal en van het kapitaal dat zij van overheidswege beheerden;niet ongebruikelijk in die tijd. Na een lange tijd van investeren bleek dat de Drenste overheid geen mogelijkheid zag om de infrastructuur van kanalen en wijken aan te leggen om de turf uit de Anner- en Eextervenen af te voeren. De Hunze, ook wel Oostermoersche vaart genoemd, bleek te weinig bevaarbaar te zijn om de turf via deze aloude route af te voeren.

Juist in het midden van de achttiende eeuw deed zich evenwel een andere gelegenheid voor. Het Groninger kanalensysteem strekte zich langzaam naar het zuiden uit en raakte op sommige plekken de Drentse grens, de Semslinie. Hierdoor kwam het voor dat de Groninger veencompagnieën op vrij grote schaal illegaal turf staken in de Drentse venen. Dit leidde tot grote spanningen tussen Drentse en Stad Groningse bestuurders. Diverse besprekingen ten spijt was een oplossing in dit structurele conflict ver te zoeken. De Drenten wilden de nodige belastingen op de te vergraven turf innen en de Groningers wilden de infrastructuur, de kanalen en de wijken beheren. Dit laatste zou inhouden dat de Groningers en stuk Drents grondgebied in bezit zouden moeten krijgen waar uiteindelijk het kanaal in “gelegd” zou kunnen worden. Dat kon natuurlijk niet.

In 1766 nam de spanning toe. Het was voor de Annerveensche Heerencompagnie der op of der onder. In dat jaar was het Kielsterhoofddiep het punt genaderd waar het een knik naar het zuiden maakte. De foto laat dit mooi zien. De Groningers wilden het kanaal verder doorgraven, maar de Drenten konden de afvoer van turf via deze route niet accepteren. De jarenlange investeringen in het Annerveen leken tevergeefs. Grevijlink zag zijn missie vervliegen en greep informeel naar krasse middelen. En toen gebeurden er rare dingen. Opeens gaf de eigenaar van de grond waar het kanaal in”gelegd” zou gaan worden geen toestemming meer. Dit was op zijn minst erg vreemd, daar deze eigenaar, “Gezworen Nauta” tot het stadsbestuur van Groningen behoorde. Nog opmerkelijker was het dat de Drentse overheid de veencompagnie van Grevijlink toestond het tracé voor het beoogde kanaal op Drents grondgebied uit te zetten. Uiteraard moesten de Groningers voor de aanleg betalen, maar ze mochten het kanaal tot de dag van vandaag, beheren. Hoogtepunt was de toestemming vanuit de Drentse overheid dat de nieuwe kolonie “Annerveensche Compagnie” vrijgesteld werd van belasting; dat waren nog eens tijden voor het liberaal ondernemerschap.

Grevijlink was zich bewust van zijn diplomatieke kwaliteiten en doorzettingsvermogen. Hij laat het ons weten door in zijn prachtige huis aan de kop van het Grevelingkanaal een gevelsteen te plaatsen met het opschrift: “Dit huis gebouwt door Lambertus Grevijlink en zijn vrouw Grietijn Eppinge, Anno 1785. In XVI dagen.”Dit waren de de echte piuoniers. Annerveenschekanaal, U moet er eens gaan kijke In 2017 telde het dorp 420 inwonersn.